Het gewone leven is weer begonnen. Er mag weer meer: ik mag weer naar toneelrepetities, ik ben weer bijna alle dagen aan het werk in ARTIS in plaats van thuis en ik kan weer uit eten in een restaurant. En zo mogen er nog wel meer dingen die erop duiden dat het gewone leven weer begonnen is. Maar zo gewoon is mijn leven op dit moment even niet: na de diagnose met diabetes type 1 in september, zijn al deze dingen – die vroeger inderdaad gewoon waren – ineens allemaal niet meer zo vanzelfsprekend. Want hoe houd je controle over je suikers als je de hele dag van hot naar her gaat?
Ik had het ‘geluk’ – laat ik het vooral als iets positiefs bestempelen – dat mijn diagnose werd gesteld vlak voordat we met zijn allen weer een gigantisch lange lockdown in gingen. Dat gaf me de kans om grotendeels vanuit huis te werken en de hele dag door een gezonde overfocus te hebben op mijn waarden. Zo leerde ik beetje bij beetje mijn lijf weer aardig kennen, én vertrouwen, en kreeg ik wat meer controle over de verhouding koolhydraten versus insuline die voor mij op niet-extreem actieve dagen golden.
All the world’s a stage
Hoewel ik natuurlijk net als iedereen blij ben dat we weer meer op pad kunnen, blijkt het in de praktijk toch ook wel wat lastig.
Zo repeteerde ik de afgelopen weken een aantal keer per week voor een theaterstuk wat in september gaat spelen. Dat brengt gelijk wel een aantal uitdagingen met zich mee. Zo is om te beginnen de fietstocht naar de repetitieruimte een half uur, en valt hij bijna altijd gelijk met het moment dat mijn insuline het hevigst werkt – namelijk na het avondeten. Daardoor stond ik met regelmaat even naast mijn fiets op de stoep een blikje cola te drinken om weer verder te kunnen. Inmiddels weet ik dat ik met het drinken van een klein pakje Chocomel voor vertrek de fietstocht wel doorkom: lekker!
In het stuk stond verder voor mijn rol voorgeschreven dat hij een banaan at: niet erg praktisch voor een diabeet natuurlijk. Die banaan werd dus al snel gewisseld voor een mandarijn.
En dan is er nog de vraag wat er gebeurt wanneer je op het toneel staat te spelen, zenuwen ervaart en geen weet hebt van je waarden.
Gelukkig is het een kort stuk, van net iets meer dan een uur. Bij de eerste doorlopen legde ik mijn telefoon nog wel stiekem ergens op het toneel, onder het mom van ‘Je weet maar nooit.’ Ik stak twee dextro in mijn broekzak. Ik zette de alarmen van mijn FSL2 uit. En warempel: ik kwam er prima doorheen.
Een vorkje prikken
Ook uit eten is daarnaast nu niet meer zo simpel als voorheen. Los van de mentale drempel van prikken in een vol restaurant die ik de eerste keer ervoer, rijst ook de vraag: hoeveel koolhydraten liggen er straks op mijn bord? In een aantal restaurants vroeg ik de bediening of ze de voedingswaarden, in het bijzonder uiteraard de koolhydraten, wisten van de maaltijd die ik wilde kiezen. Bijna overal kreeg ik tot nu toe het antwoord ‘nee’ terug. Daar verbaasde ik me best wel over: in een tijd waar volgens mij toch veel mensen bezig zijn met gezonde voeding, leek het me logisch dat ook restaurants wel een overzicht zouden hebben van voedingswaarden per maaltijd, naast de allergeneninformatie. Niets blijkt minder waar.
Gelukkig helpt MyFitnessPal me aardig in dit soort situaties, als ik het merendeel van de ingrediënten die ik op mijn bord zie liggen als schatting invoer. Tot nu toe moet ik zeggen dat het best oké gaat. En de keren dat ik toch wat hoger eindig na een maaltijd, probeer ik te corrigeren en me er vooral niet te druk om te maken.
Ballen hooghouden
Het zijn dus flink wat balletjes die je als diabeet in de lucht moet houden, ben ik inmiddels achter. En ik maar denken dat ik al veel situaties had beleefd tijdens die eerste maanden na de diagnose. Man, zat ik er even goed naast.
Gelukkig is het niet alleen maar kommer en kwel, hoor. Ik probeer ook vooral te focussen op het positieve. Zo vind ik het mega interessant om meer met (gezonde) voeding bezig te zijn dan voorheen. Ik vind het een sport om te zorgen dat ik een fietstocht met stabiele waarden doorkom. En de eerste keren dat ik mensen met een Freestyle Libre op hun arm zag, sprong ik zowat een gat in de lucht van herkenning: een lotgenoot!
Ik vind het fijn om te merken dat eigenlijk alles wat ik voorheen deed nog steeds mogelijk is.
Eerder maakte ik me zorgen hoe dat straks toch allemaal zou moeten met het ‘normale’ leven. En hoe ‘blij’ ik ook was dat ik in het begin zo veel tijd had om me vanuit huis te verdiepen in diabetes, nu denk ik: laat mij maar weer gewoon doen wat ik altijd al deed. Kom maar weer op met dat actieve leven!